Als we over onze conditie praten, dan hebben we het meestal over de staat waarin ons lichaam verkeert, en dan vooral over wat we lichamelijk kunnen presteren. Als iemand zegt dat hij ‘in goede conditie is’, dan bedoelt hij meestal dat hij fit is en bijvoorbeeld een rustige duurtraining kan doen zonder buiten adem te raken.
Twee delen
Conditie bestaat uit twee delen: de conditie die je van nature al hebt en de conditie die je opbouwt als je gaat sporten. Heb je van nature een goede conditie, dan ben je er bijvoorbeeld na een griep sneller weer bovenop dan iemand die van nature een minder goede conditie heeft. Daarnaast kun je altijd je conditie verbeteren door te trainen.
Volhouden
Vaak gebruiken we het woord conditie om aan te geven hoe lang we iets kunnen volhouden. Kun je tijdens een hardlooptraining het tempo van de rest van de groep niet bijbenen of ben je na het oplopen van vier trappen al buiten adem, dan heb je al snel de neiging om te roepen dat je een slechte conditie hebt.
Buiten adem
Maar dit is niet altijd waar. Ben je bij het hardlopen of traplopen snel buiten adem, dan kan het zijn dat je niet zo veel uithoudingsvermogen hebt. Uithoudingsvermogen is namelijk een belangrijk onderdeel van je conditie. Maar het is niet de enige factor die bepaalt hoe goed die conditie is: ook je spierkracht, snelheid, coördinatie en lenigheid tellen daarin mee.
Inspanningstest
Om te bepalen hoe goed je uithoudingsvermogen is, kun je een maximale inspanningstest doen, bijvoorbeeld op de loopband of de fietsergometer in de sportschool. Bij zo’n test wordt de weerstand steeds zwaarder gemaakt en ga je net zolang door tot je echt niet meer kunt. Tijdens de test meet de apparatuur hoeveel zuurstof je spieren maximaal opnemen: hoe meer ze opnemen, hoe beter je uithoudingsvermogen. Ook de bekende Coopertest is een goede manier om je uithoudingsvermogen te bepalen.
Per sport verschillend
Maar je uithoudingsvermogen kan ook per sport verschillen, afhankelijk van welke sport je leuk vindt om te doen en hoeveel ervaring je ermee hebt. Schaats je veel en loop je zelden hard, dan zul je bij het schaatsen een beter uithoudingsvermogen hebben dan bij het hardlopen, terwijl je bij beide sporten dezelfde conditie hebt.
Spierkracht
Naast uithoudingsvermogen bepaalt ook je spierkracht hoe goed je conditie is. Zijn bijvoorbeeld je beenspieren niet zo goed ontwikkeld, dan maak je er moeilijker een beweging mee dan wanneer je wel sterke beenspieren hebt. Ben je snel moe als je een paar trappen op moet rennen, dan kan het ook zijn dat je beenspieren niet zo sterk zijn en dat dit dus niets met je uithoudingsvermogen te maken heeft.
Stijve spieren
Net als coördinatie en snelheid is ook lenigheid een factor die bepaalt hoe goed je conditie is. Heb je stijve spieren, dan gaat het uitvoeren van een beweging je moeilijker af dan wanneer je lichaam lenig en soepel is. In dat laatste geval hoef je geen extra kracht te gebruiken om een beweging te maken, bijvoorbeeld het oplopen van een trap.
Meer dan uithoudingsvermogen alleen
Je ziet: conditie is meer dan uithoudingsvermogen alleen. Je uithoudingsvermogen de kracht van je spieren, je coördinatie en hoe lenig je bent: al die factoren samen bepalen of je wel of niet een goede conditie hebt.
Bronnen: Gezondheidsnet en Online Protrainer
Foto: Shutterstock